Bij zowel de TCR-gentherapie als de CAR T-celtherapie worden de T-cellen uit het lichaam gehaald en in een laboratorium wordt er dan een gen in het DNA van de T-cel geplaatst. De patiënt krijgt voor de behandeling met TCR-gentherapie of CAR T-celtherapie een chemotherapie vooraf. Dit zorgt ervoor dat de hoeveelheid witte bloedcellen is verminderd wat ervoor zorgt dat er genoeg ruimte is voor de aangepaste T-cellen.
TCR-gentherapie
TCR-gentherapie staat voor T-cel receptor gentherapie. Bij deze therapie wordt er in het DNA van de T-cellen die uit het lichaam van de patiënt komt, een gen geplaatst. Dit gen zorgt ervoor dat de T-cellen eiwitten kunnen herkennen die in of op de kankercellen zitten, wat voordat het gen geplaatst werd niet kon. Deze herkenning van eiwitten kan alleen plaats vinden door de MHCII-cellen die de eiwitten presenteren aan het afweersysteem.
Het verschil tussen TIL-therapie en TCR-therapie is dat er bij TIL-therapie gebruik wordt gemaakt van bestaande T-cellen die kankercellen herkennen. Bij TCR-therapie worden de T-cellen veranderd in hun DNA zodat ze dit kunnen herkennen.
CAR T-celtherapie
CAR T-celtherapie staat voor chimeer (= twee soorten door elkaar) antigeen receptor gentherapie. In tegenstelling tot de T-cel receptor die bij TCR-gentherapie wordt gemaakt, bestaat deze receptor van oorsprong niet in het lichaam, maar wordt het gemaakt in het laboratorium. Dankzij deze aanpassing in het DNA van de T-cel kunnen de T-cellen de eiwitten die op de kankercellen zitten beter aanvallen nadat de antilichamen de cellen hebben herkent.. De MHCII-cellen zijn dan niet meer nodig om deze eiwitten te presenteren.
Bij deze therapie is er een nadeel. Er zijn zogenaamde ‘On-target’-toxiciteit en ‘Off-target’-toxiciteit. De ‘Off-target’-toxiciteit wordt door het afweersysteem van het lichaam als lichaamsvreemd gezien. Er volgt dan een afweer reactie. Ook bij ‘On-target’-toxiciteit kan er iets misgaan. Ze zitten namelijk niet alleen op de slechte cellen, maar ook op de gezonde cellen. Hierbij kan ook een CRS ontstaan. Dat is een cytokine release-syndroom wat wordt veroorzaakt doordat er teveel cytokine wordt aangemaakt door de T-cellen. De CRS kan de bijwerkingen misselijkheid, hoofdpijn en koorts veroorzaken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb